TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL
Mensenrechtenstrategie voor het buitenlands beleid
Ter vervanging van die gedrukt onder nr. 28
Voorgesteld
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat in de politionele acties door sommige Nederlandse militairen
ernstige schendingen van de mensenrechten onder de bevolking van
Indonesiƫ zijn gepleegd, zoals in december 1947 in het dorp Rawagede op
Java;
overwegende, dat de Nederlandse regering in augustus 2005 spijt heeft
betuigd over de «pijnlijke en gewelddadige scheiding der wegen van
IndonesiĆ« en Nederland» en betreurt dat het aan «de verkeerde kant van
de geschiedenis» terecht is gekomen;
constaterende, dat de Commissie van Goede Diensten van de Verenigde
Naties in 1948 heeft geoordeeld dat de massamoord in Rawagede “opzettelijk en meedogenloos” was;
tevens constaterende, dat op basis van recent vrijgekomen documenten niet alleen blijkt dat Nederlandse militaire en politieke autoriteiten in 1948 op hoogte waren van het oorlogsmisdrijf in Rawagede, maar toen ook besloten de verantwoordelijke commandant van vervolging vrij te stellen;
van mening, dat deze handelwijze uit het oogpunt van respectering van het internationaal recht zoals dat toen gold en het huidige Nederlandse mensenrechtenbeleid te betreuren valt;
verzoekt de regering excuses aan te bieden voor het niet vervolgen van de verantwoordelijke militaire commandant van de massamoord in Rawagede
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Bommel
Van Dam
Peters
* i.v.m. wijziging in de ondertekening
Tuesday, October 20, 2009
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment